Niederländisch
Detailübersetzungen für unfair (Niederländisch) ins Englisch
unfair:
-
unfair (onbillijk; onrechtvaardig; ongegrond; onredelijk)
unreasonable; groundless; unfair; unjust; dishonest-
unreasonable Adjektiv
-
groundless Adjektiv
-
unfair Adjektiv
-
unjust Adjektiv
-
dishonest Adjektiv
-
-
unfair (onsportief)
-
unfair (oneerlijk; onterecht; onrechtvaardig; ongegrond; onbillijk)
unjust; undeserved; unfair; dishonest-
unjust Adjektiv
-
undeserved Adjektiv
-
unfair Adjektiv
-
dishonest Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für unfair:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dishonest | onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair | malafide |
groundless | onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair | ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; zonder grond |
undeserved | onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair | onverdiend |
unfair | onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onsportief; onterecht; unfair | |
unjust | onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair | onverdiend |
unreasonable | onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair | |
unsporting | onsportief; unfair | |
unsportsmanlike | onsportief; unfair |