Niederländisch
Detailübersetzungen für waken (Niederländisch) ins Englisch
waken:
-
waken (wakker blijven)
-
waken (waken over)
Konjugationen für waken:
o.t.t.
- waak
- waakt
- waakt
- waken
- waken
- waken
o.v.t.
- waakte
- waakte
- waakte
- waakten
- waakten
- waakten
v.t.t.
- heb gewaakt
- hebt gewaakt
- heeft gewaakt
- hebben gewaakt
- hebben gewaakt
- hebben gewaakt
v.v.t.
- had gewaakt
- had gewaakt
- had gewaakt
- hadden gewaakt
- hadden gewaakt
- hadden gewaakt
o.t.t.t.
- zal waken
- zult waken
- zal waken
- zullen waken
- zullen waken
- zullen waken
o.v.t.t.
- zou waken
- zou waken
- zou waken
- zouden waken
- zouden waken
- zouden waken
diversen
- waak!
- waakt!
- gewaakt
- wakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für waken:
Verwandte Wörter für "waken":
wak:
-
het wak (bijt)
Übersetzung Matrix für wak:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hole in the ice | bijt; wak | |
opening | bijt; wak | aanvang; afzetgebied; afzetmarkt; barst; begin; gat; groef; inkeping; inzet; kloof; ontsluiten; ontsluiting; opening; openlegging; openmaken; openstelling; reet; scheur; spleet; split; start; tussenruimte; uitsparing |
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
opening | inleidend; introducerend; voorafgaand; voorgaand |