Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. wedstrijden:
  2. wedstrijd:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wedstrijden (Niederländisch) ins Englisch

wedstrijden:

wedstrijden [de ~] Nomen, Plural

  1. de wedstrijden (concoursen)
    the competitions; the matches; the contests

Übersetzung Matrix für wedstrijden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
competitions concoursen; wedstrijden
contests concoursen; wedstrijden
matches concoursen; wedstrijden lucifers; matches

Verwandte Wörter für "wedstrijden":


wedstrijd:

wedstrijd [de ~ (m)] Nomen

  1. de wedstrijd (partij; concours; strijd; pot)
    the competition
    – an occasion on which a winner is selected from among two or more contestants 1
    the contest; the game; the play; the set
    the match
    – a formal contest in which two or more persons or teams compete 1

Übersetzung Matrix für wedstrijd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
competition concours; partij; pot; strijd; wedstrijd competitie; concurrentie; kampioenschap; rivaliteit; wedijver
contest concours; partij; pot; strijd; wedstrijd aanvechten; bestrijden; bestrijding; betwisten; prijsvraag
game concours; partij; pot; strijd; wedstrijd beurt; game; partijtje; potje; rondje; spel; spelletje; wedstrijdje
match concours; partij; pot; strijd; wedstrijd gelijke; lucifer; luciferhoutje; match; weerga
play concours; partij; pot; strijd; wedstrijd capriool; drama; gespeel; kinderspel; marge; partijtje; potje; schouwspel; speelruimte; spel; speling; stuk; toneelstuk; wedstrijdje
set concours; partij; pot; strijd; wedstrijd accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; samenscholing; set; span; stel; troep
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
contest aanvechten; bekampen; bestrijden; betwisten; bevechten
match bijpassen; congruent zijn; evenaren; kloppen; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen; overeenstemmen met; passen; stroken; stroken met
play afspelen; bespelen; doen alsof; dollen; ravotten; spelen; stoeien; toneelspelen; wild rennen; wild spelen; zich aanstellen; zich uitleven
set deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
set star; strak; strakgespannen; verstard
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
game flink

Verwandte Wörter für "wedstrijd":


Verwandte Definitionen für "wedstrijd":

  1. strijd tussen mensen of groepen waar een winnaar uit moet komen2
    • wie heeft de voetbalwedstrijd gewonnen?2

Wiktionary Übersetzungen für wedstrijd:

wedstrijd
noun
  1. een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is
wedstrijd
noun
  1. sporting event
  2. contest between two individuals or teams
  3. competition
  4. -
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
wedstrijd competition; contest concoursaction de tendre vers un même but, de coopérer.
wedstrijd match match — (sport) angl|fr lutte entre deux concurrents ou deux équipes, rencontre (sportive).

Computerübersetzung von Drittern: