Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. wikkel:
  2. wikkelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wikkel (Niederländisch) ins Englisch

wikkel:

wikkel [de ~ (m)] Nomen

  1. de wikkel (enveloppe; couvert; omslag)
    the envelope; the wrapper; the cover

Übersetzung Matrix für wikkel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cover couvert; enveloppe; omslag; wikkel afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking
envelope couvert; enveloppe; omslag; wikkel briefomslag; envelop
wrapper couvert; enveloppe; omslag; wikkel buitenkant; huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; schulp
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cover afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
envelope beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren; omgeven; omringen

Verwandte Wörter für "wikkel":


Wiktionary Übersetzungen für wikkel:

wikkel
noun
  1. swaddling cloth

Cross Translation:
FromToVia
wikkel banderole; wrapper banderole — Petite bande d’étoffe flottante en forme de flamme.

wikkelen:

wikkelen Verb (wikkel, wikkelt, wikkelde, wikkelden, gewikkeld)

  1. wikkelen
    to enfold; to wrap around; to wrap up
    • enfold Verb (enfolds, enfolded, enfolding)
    • wrap around Verb (wraps around, wrapped around, wrapping around)
    • wrap up Verb (wraps up, wrapped up, wrapping up)

Konjugationen für wikkelen:

o.t.t.
  1. wikkel
  2. wikkelt
  3. wikkelt
  4. wikkelen
  5. wikkelen
  6. wikkelen
o.v.t.
  1. wikkelde
  2. wikkelde
  3. wikkelde
  4. wikkelden
  5. wikkelden
  6. wikkelden
v.t.t.
  1. heb gewikkeld
  2. hebt gewikkeld
  3. heeft gewikkeld
  4. hebben gewikkeld
  5. hebben gewikkeld
  6. hebben gewikkeld
v.v.t.
  1. had gewikkeld
  2. had gewikkeld
  3. had gewikkeld
  4. hadden gewikkeld
  5. hadden gewikkeld
  6. hadden gewikkeld
o.t.t.t.
  1. zal wikkelen
  2. zult wikkelen
  3. zal wikkelen
  4. zullen wikkelen
  5. zullen wikkelen
  6. zullen wikkelen
o.v.t.t.
  1. zou wikkelen
  2. zou wikkelen
  3. zou wikkelen
  4. zouden wikkelen
  5. zouden wikkelen
  6. zouden wikkelen
diversen
  1. wikkel!
  2. wikkelt!
  3. gewikkeld
  4. wikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wikkelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
enfold wikkelen omgeven; omringen
wrap around wikkelen
wrap up wikkelen bijsluiten; bijvoegen; emballeren; inpakken; insluiten; inwikkelen; toevoegen; verpakken

Verwandte Wörter für "wikkelen":


Wiktionary Übersetzungen für wikkelen:

wikkelen
verb
  1. draaiend iets buigzaams rond een voorwerp aanbrengen
wikkelen
verb
  1. to bind a baby
  2. turn coils of something around

Cross Translation:
FromToVia
wikkelen roll; roll up; wind; wind up; wrap round; wrap enroulerrouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.

Computerübersetzung von Drittern: