Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bosjes:
  2. bosje:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bosjes (Niederländisch) ins Spanisch

bosjes:

bosjes [de ~] Nomen, Plural

  1. de bosjes (schoven; bundels)
    la gavillas
  2. de bosjes (struikjes)
    el ramos; el tomos; la matas; el arbustos; el ramilletes; el ramos de flores

Übersetzung Matrix für bosjes:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arbustos bosjes; struikjes heesters; struiken
gavillas bosjes; bundels; schoven
matas bosjes; struikjes boeketten; boekwerken; bundels; ruikers; tuilen
ramilletes bosjes; struikjes boeketten; ruikers; tuilen
ramos bosjes; struikjes boeketten; ruikers; tuilen
ramos de flores bosjes; struikjes boeketten; ruikers; tuilen; tuiltjes
tomos bosjes; struikjes boekwerken; bundels

Verwandte Wörter für "bosjes":


bosje:

bosje [het ~] Nomen

  1. het bosje (schoof; bundel)
    la gavilla
  2. het bosje (struik; heester)
    el arbusto

Übersetzung Matrix für bosje:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arbusto bosje; heester; struik struiken; struikgewas; struweel
gavilla bosje; bundel; schoof

Verwandte Wörter für "bosje":


Wiktionary Übersetzungen für bosje:


Cross Translation:
FromToVia
bosje arbusto; mata; matorral; zarza buissontouffe d’arbustes sauvages.