Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. coördineren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für coördineren (Niederländisch) ins Spanisch

coördineren:

coördineren Verb (coördineer, coördineert, coördineerde, coördineerden, gecoördineerd)

  1. coördineren

Konjugationen für coördineren:

o.t.t.
  1. coördineer
  2. coördineert
  3. coördineert
  4. coördineren
  5. coördineren
  6. coördineren
o.v.t.
  1. coördineerde
  2. coördineerde
  3. coördineerde
  4. coördineerden
  5. coördineerden
  6. coördineerden
v.t.t.
  1. heb gecoördineerd
  2. hebt gecoördineerd
  3. heeft gecoördineerd
  4. hebben gecoördineerd
  5. hebben gecoördineerd
  6. hebben gecoördineerd
v.v.t.
  1. had gecoördineerd
  2. had gecoördineerd
  3. had gecoördineerd
  4. hadden gecoördineerd
  5. hadden gecoördineerd
  6. hadden gecoördineerd
o.t.t.t.
  1. zal coördineren
  2. zult coördineren
  3. zal coördineren
  4. zullen coördineren
  5. zullen coördineren
  6. zullen coördineren
o.v.t.t.
  1. zou coördineren
  2. zou coördineren
  3. zou coördineren
  4. zouden coördineren
  5. zouden coördineren
  6. zouden coördineren
en verder
  1. ben gecoördineerd
  2. bent gecoördineerd
  3. is gecoördineerd
  4. zijn gecoördineerd
  5. zijn gecoördineerd
  6. zijn gecoördineerd
diversen
  1. coördineer!
  2. coördineert!
  3. gecoördineerd
  4. coördinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für coördineren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
coordinar coördineren gelijkrichten; in goede banen leiden

Wiktionary Übersetzungen für coördineren:

coördineren
verb
  1. zo organiseren dat alles goed verloopt

Cross Translation:
FromToVia
coördineren coordinar coordinate — to synchronize