Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. ingraveren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ingraveren (Niederländisch) ins Spanisch

ingraveren:

ingraveren Verb (graveer in, graveert in, graveerde in, graveerden in, ingegraveerd)

  1. ingraveren
    grabar

Konjugationen für ingraveren:

o.t.t.
  1. graveer in
  2. graveert in
  3. graveert in
  4. graveren in
  5. graveren in
  6. graveren in
o.v.t.
  1. graveerde in
  2. graveerde in
  3. graveerde in
  4. graveerden in
  5. graveerden in
  6. graveerden in
v.t.t.
  1. heb ingegraveerd
  2. hebt ingegraveerd
  3. heeft ingegraveerd
  4. hebben ingegraveerd
  5. hebben ingegraveerd
  6. hebben ingegraveerd
v.v.t.
  1. had ingegraveerd
  2. had ingegraveerd
  3. had ingegraveerd
  4. hadden ingegraveerd
  5. hadden ingegraveerd
  6. hadden ingegraveerd
o.t.t.t.
  1. zal ingraveren
  2. zult ingraveren
  3. zal ingraveren
  4. zullen ingraveren
  5. zullen ingraveren
  6. zullen ingraveren
o.v.t.t.
  1. zou ingraveren
  2. zou ingraveren
  3. zou ingraveren
  4. zouden ingraveren
  5. zouden ingraveren
  6. zouden ingraveren
en verder
  1. is ingegraveerd
  2. zijn ingegraveerd
diversen
  1. graveer in!
  2. graveert in!
  3. ingegraveerd
  4. ingraverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ingraveren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
grabar ingraveren aantekenen; absorberen; branden; controleren; etsen; examineren; graveren; griffelen; griffen; groeven; inkerven; insnijden; inspecteren; keuren; met een stift inkrassen; opnemen; opslorpen; opslurpen; restaureren; schouwen; verzet aantekenen

Computerübersetzung von Drittern: