Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. inschatten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inschatten (Niederländisch) ins Spanisch

inschatten:

inschatten Verb (schat in, schatte in, schatten in, ingeschat)

  1. inschatten (bepalen; schatten; afwegen)

Konjugationen für inschatten:

o.t.t.
  1. schat in
  2. schat in
  3. schat in
  4. schatten in
  5. schatten in
  6. schatten in
o.v.t.
  1. schatte in
  2. schatte in
  3. schatte in
  4. schatten in
  5. schatten in
  6. schatten in
v.t.t.
  1. heb ingeschat
  2. hebt ingeschat
  3. heeft ingeschat
  4. hebben ingeschat
  5. hebben ingeschat
  6. hebben ingeschat
v.v.t.
  1. had ingeschat
  2. had ingeschat
  3. had ingeschat
  4. hadden ingeschat
  5. hadden ingeschat
  6. hadden ingeschat
o.t.t.t.
  1. zal inschatten
  2. zult inschatten
  3. zal inschatten
  4. zullen inschatten
  5. zullen inschatten
  6. zullen inschatten
o.v.t.t.
  1. zou inschatten
  2. zou inschatten
  3. zou inschatten
  4. zouden inschatten
  5. zouden inschatten
  6. zouden inschatten
en verder
  1. is ingeschat
diversen
  1. schat in!
  2. schat in!
  3. ingeschat
  4. inschattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inschatten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
valorar waarderen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
calcular afwegen; bepalen; inschatten; schatten becijferen; begroten; berekenen; calculeren; controleren; nagaan; nakijken; rekenen; uitrekenen; uitwerken
comprobar afwegen; bepalen; inschatten; schatten aantonen; bepalen; beproeven; bewijzen; checken; constateren; controleren; determineren; diepte bepalen; doorvorsen; examineren; kalibreren; keuren; meten; nagaan; nakijken; narekenen; naspeuren; nasporen; natellen; natrekken; onderzoeken; opmeten; overhoren; peilen; staven; testen; toetsen; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
estimar afwegen; bepalen; inschatten; schatten adviseren; afwegen; appreciëren; begroten; beramen; berekenen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; op prijs stellen; overdenken; overwegen; prijzen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren; van een prijs voorzien; waarderen
tasar afwegen; bepalen; inschatten; schatten beramen; ramen; schatten; taxeren
valorar afwegen; bepalen; inschatten; schatten aanslaan; beramen; prijzen; ramen; schatten; taxeren; van een prijs voorzien; zich doen gelden

Verwandte Übersetzungen für inschatten