Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. opgeleverd:
  2. opleveren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opgeleverd (Niederländisch) ins Spanisch

opgeleverd:

opgeleverd Adjektiv

  1. opgeleverd
    producido

Übersetzung Matrix für opgeleverd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
producido opgeleverd gemaakt; geproduceerd; vervaardigd

opgeleverd form of opleveren:

opleveren Verb (lever op, levert op, leverde op, leverden op, opgeleverd)

  1. opleveren (opbrengen)

Konjugationen für opleveren:

o.t.t.
  1. lever op
  2. levert op
  3. levert op
  4. leveren op
  5. leveren op
  6. leveren op
o.v.t.
  1. leverde op
  2. leverde op
  3. leverde op
  4. leverden op
  5. leverden op
  6. leverden op
v.t.t.
  1. heb opgeleverd
  2. hebt opgeleverd
  3. heeft opgeleverd
  4. hebben opgeleverd
  5. hebben opgeleverd
  6. hebben opgeleverd
v.v.t.
  1. had opgeleverd
  2. had opgeleverd
  3. had opgeleverd
  4. hadden opgeleverd
  5. hadden opgeleverd
  6. hadden opgeleverd
o.t.t.t.
  1. zal opleveren
  2. zult opleveren
  3. zal opleveren
  4. zullen opleveren
  5. zullen opleveren
  6. zullen opleveren
o.v.t.t.
  1. zou opleveren
  2. zou opleveren
  3. zou opleveren
  4. zouden opleveren
  5. zouden opleveren
  6. zouden opleveren
diversen
  1. lever op!
  2. levert op!
  3. opgeleverd
  4. opleverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opleveren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dar frutos opbrengen; opleveren
dar resultados opbrengen; opleveren
producir opbrengen; opleveren aandoen; aanrichten; aanstichten; fabriceren; in het leven roepen; losmaken; maken; produceren; scheppen; teweegbrengen; veroorzaken; vervaardigen; voortbrengen
proporcionar beneficios opbrengen; opleveren
rendir opbrengen; opleveren inzet tonen; inzetten; overgeven; strijd opgeven; toegeven; zich over geven

Synonyms for "opleveren":


Verwandte Definitionen für "opleveren":

  1. resultaat of voordeel hebben1
    • kranten bezorgen levert veel zakgeld op1
  2. het aan de eigenaar geven als het klaar is1
    • het huis wordt in januari opgeleverd1

Wiktionary Übersetzungen für opleveren:


Cross Translation:
FromToVia
opleveren producir produireengendrer, donner naissance.
opleveren relatar rapporterapporter une chose, la remettre au lieu où elle était.

Computerübersetzung von Drittern: