Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für schielijkheid (Niederländisch) ins Spanisch

schielijkheid:

schielijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de schielijkheid
    la velocidad
  2. de schielijkheid (vlugheid; snelheid; vlotheid; )
    la marcha; la velocidad; la prisa; la rapidez; la fluidez; el afán; el celo; el ritmo; la agilidad; el esmero; la soltura; la celeridad; la ligereza; la premura; la prontitud; el apresuramiento

Übersetzung Matrix für schielijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afán gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid aandrang; aandrift; ambitie; begeerte; begeren; begerige ijver; drang; drift; eerzucht; gauwigheid; gehaastheid; geploeter; gezwoeg; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; impuls; instinct; lust; neiging; noeste vlijt; overijling; smachten; spoed; verlangen; wens; wensen; zucht
agilidad gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid behendigheid; beweeglijkheid; drukte; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; kwiekheid; lenigheid; levendigheid; opgewektheid; soepelheid; souplesse; truc; vrolijkheid
apresuramiento gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid bespoediging; gauwigheid; gehaastheid; gejaagdheid; haast; haastigheid; ijl; overhaasting; overijling; spoed; urgentie; verhaasting
celeridad gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; kwiekheid; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; vaart
celo gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid band; bronst; gauwigheid; kleefband; krolsheid; loopsheid; plakband; tape; tochtigheid
esmero gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid bedachtzaamheid; behoedzaamheid; bezonnenheid; correctheid; juistheid; nauwlettendheid; preciesheid; stiptheid; voorzichtigheid; waakzaamheid; zorgvuldigheid
fluidez gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid spreekvaardigheid; vloeibaarheid; vloeiendheid
ligereza gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid kwiekheid; lichtheid; lichtvaardigheid
marcha gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid actie; beloop; beweging; ceremonie; doorgang; doorloop; doping; gang; gangpad; gebaar; gehaastheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; omhaal; opmars; optocht; overijling; passage; pep; pepmiddel; plechtigheid; plichtpleging; processie; protestbijeenkomst; publieke betoging; rijsnelheid; ronde; snelheid; spoed; staatsie; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlucht; voortgang; wandelsport
premura gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gauwigheid; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed
prisa gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; gauwigheid; kwiekheid; overhaasting; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; urgentie; vaart; vlugheid
prontitud gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; kwiekheid; overijling; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; vaart
rapidez gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; gauwigheid; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; kwiekheid; overijling; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; vaart
ritmo gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid cadans; gang; rijsnelheid; ritme; snelheid; spoed; tempo; vaart
soltura gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid ongedwongenheid
velocidad gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; in volle vaart; kwiekheid; rijsnelheid; schakelinrichting; snelheid; spoed; tempo; vaart; versnelling

Verwandte Wörter für "schielijkheid":


schielijk:

schielijk Adjektiv

  1. schielijk (plotseling; abrupt; opeens; )
    de repente; súbito; abrupto; repentino; brusco

Übersetzung Matrix für schielijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abrupto abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk abrupt; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
brusco abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk abrupt; agressief; bits; bitter teleurgesteld; bot; bruusk; eensklaps; fel; felle; gewelddadig; hanig; hard; hardhandig; ineens; kattig; kortaf; korzelig; meedogenloos; nors; onderdrukt; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvriendelijk; onzacht; opeens; opgekropt; pinnig; plots; plotseling; plotsklaps; ruw; scherp; snauwend; snauwerig; snibbig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; vlijmend; wreed; wrevelig; zonder omhaal
de repente abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk blindelings; in het wilde weg; klakkelings; lukraak; onvermoed; onverwacht; zo ineens
repentino abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk abrupt; bruusk; eensklaps; ineens; kortaf; nors; ongedacht; onverhoeds; onvermoed; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
súbito abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk abrupt; blindelings; eensklaps; in het wilde weg; ineens; lukraak; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps

Verwandte Wörter für "schielijk":