Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gandul
|
|
klooier; luiaard; luilak; luiwammes
|
indeciso
|
|
wankelmoedige; weifelaar
|
lerdo
|
|
sofvent
|
parado
|
|
werkeloze; werkloze
|
perezoso
|
|
flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; luiaard; luilak; luiwammes; slampamper
|
remolón
|
|
draler; druil; hannes; keutelaar; luiaard; luilak; luiwammes; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
|
tardón
|
|
hannes; laatkomer; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; telaatkomer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
|
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
-
|
langzaam
|
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gandul
|
lui; traag; werkschuw
|
|
indeciso
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
aanvechtbaar; aarzelend; besluiteloos; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; halfslachtig; kwestieus; niet helder; onbeslist; onduidelijk; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; twijfelachtig; twijfelmoedig; vaag; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
|
irresoluto
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
aarzelend; afgedempt; gedempt; halfslachtig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelend
|
lento
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
bezadigd; gezapig; langzaamaan; lijzig; log; loom; sloom
|
lerdo
|
langzaam; sloom; traag
|
log; lomp; onelegant; onsierlijk van gedaante; plomp
|
parado
|
langzaam; sloom; traag
|
gestopt; opgehouden; stilstaand; uitgescheiden; werkeloos; werkloos
|
perezoso
|
lui; traag; werkschuw
|
dwaas; eigenaardig; futloos; gek; gemakzuchtig; lamlendig; lijzig; log; loom; lusteloos; maf; mal; mat; slap; typisch; vreemd
|
reacio al trabajo
|
lui; traag; werkschuw
|
|
remolón
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
|
tardón
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
|
vacilante
|
aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
|
geestelijk onstabiel; halfslachtig; huiverig; insolide; labiel; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onstandvastig; troebel; twijfelmoedig; vaag; variabel; variërend; wankelmoedig
|