Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. afbetten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afbetten (Niederländisch) ins Französisch

afbetten:

afbetten [znw.] Nomen

  1. afbetten (betten)
    le tamponnage

afbetten Verb

  1. afbetten (betten; deppen; bevochtigen)
    humidifier; tamponner; mouiller; humecter
    • humidifier Verb (humidifie, humidifies, humidifions, humidifiez, )
    • tamponner Verb (tamponne, tamponnes, tamponnons, tamponnez, )
    • mouiller Verb (mouille, mouilles, mouillons, mouillez, )
    • humecter Verb (humecte, humectes, humectons, humectez, )

Übersetzung Matrix für afbetten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tamponnage afbetten; betten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
humecter afbetten; betten; bevochtigen; deppen bevochtigen; nat maken
humidifier afbetten; betten; bevochtigen; deppen bevochtigen; nat maken
mouiller afbetten; betten; bevochtigen; deppen ankeren; begieten; besprenkelen; besproeien; bespuiten; bevochtigen; nat maken; sprenkelen; sproeien; water geven
tamponner afbetten; betten; bevochtigen; deppen afstempelen; beuken; bonken; bufferen; hameren; rammen; slaan; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen