Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. liften:
  2. lift:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für liften (Niederländisch) ins Französisch

liften:

liften Verb (lift, liftte, liftten, gelift)

  1. liften (liftend reizen)

Konjugationen für liften:

o.t.t.
  1. lift
  2. lift
  3. lift
  4. liften
  5. liften
  6. liften
o.v.t.
  1. liftte
  2. liftte
  3. liftte
  4. liftten
  5. liftten
  6. liftten
v.t.t.
  1. heb gelift
  2. hebt gelift
  3. heeft gelift
  4. hebben gelift
  5. hebben gelift
  6. hebben gelift
v.v.t.
  1. had gelift
  2. had gelift
  3. had gelift
  4. hadden gelift
  5. hadden gelift
  6. hadden gelift
o.t.t.t.
  1. zal liften
  2. zult liften
  3. zal liften
  4. zullen liften
  5. zullen liften
  6. zullen liften
o.v.t.t.
  1. zou liften
  2. zou liften
  3. zou liften
  4. zouden liften
  5. zouden liften
  6. zouden liften
diversen
  1. lift!
  2. lift!
  3. gelift
  4. liftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für liften:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
faire de l'auto-stop liften; liftend reizen
voyager en stop liften; liftend reizen

Verwandte Wörter für "liften":


Wiktionary Übersetzungen für liften:

liften
Cross Translation:
FromToVia
liften faire de l'autostop; [[faire du stop]] hitchhike — to try to get a ride in a passing vehicle while standing at the side of a road
liften faire du stop trampen — per Anhalter fahren

lift:

lift [de ~ (m)] Nomen

  1. de lift
    l'ascenseur; le monte-charge
  2. de lift
    l'ascenseur

Übersetzung Matrix für lift:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ascenseur lift
monte-charge lift

Verwandte Wörter für "lift":


Wiktionary Übersetzungen für lift:

lift
noun
  1. een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen
  2. de draagkracht van een vliegtuig
lift
noun
  1. Appareil mécanique (1) et (2)

Cross Translation:
FromToVia
lift ascenseur; lift lift — mechanical device for vertically transporting goods or people