Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. mobiel:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für mobiel (Niederländisch) ins Französisch

mobiel:

mobiel Adjektiv

  1. mobiel (beweegbaar; los; verzetbaar; verplaatsbaar; roerend)
    mobile; portatif; transportable; pas fixe

Übersetzung Matrix für mobiel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mobile beweegreden; drijfveer; motief; motivatie; reden
- mobiele telefoon
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cellulaire mobiel
réseau cellulaire mobiel
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mobile beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar
pas fixe beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar
portatif beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar los; niet vast; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; verschuifbaar; vervoerbaar
transportable beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar los; niet vast; tilbaar; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; verschuifbaar; vervoerbaar

Verwandte Wörter für "mobiel":

  • mobieler, mobielere, mobielst, mobielste, mobiele

Verwandte Definitionen für "mobiel":

  1. inzetbaar op elke plaats1
    • de mobiele eenheid van de politie1
  2. je kunt (het) bewegen1
    • de oude mensen zijn niet meer mobiel1

Wiktionary Übersetzungen für mobiel:

mobiel
adjective
  1. zich gemakkelijk verplaatsend
mobiel
adjective
  1. Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
mobiel mobile mobile — capable of being moved