Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. schraag:
  2. schragen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schraag (Niederländisch) ins Französisch

schraag:

schraag [de ~] Nomen

  1. de schraag (schoor)
    le tréteau; le support; le soutien

Übersetzung Matrix für schraag:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
soutien schoor; schraag aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; bijstand; handreiking; houvast; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; medewerking; onderhoudsdienst; ondersteuning; opwekking; service; steun; steunpilaar; stimulans; support; toeverlaat
support schoor; schraag aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; bijstand; chassis; hulp; medewerking; onderstel; ondersteuning; onderstuk; opwekking; poot; staander; steun; steunblad; steuntje; stimulans; stut; support; voet
tréteau schoor; schraag onderstel; poot; staander; stut; voet

Verwandte Wörter für "schraag":


Wiktionary Übersetzungen für schraag:

schraag
noun
  1. Support stable amovible
  2. Table destinée au travail de certains métiers manuels

schraag form of schragen:

schragen Verb (schraag, schraagt, schraagde, schraagden, geschraagd)

  1. schragen (met palen stutten; stutten)
    étayer; arc-bouter; chevaler; contrebouter
    • étayer Verb (étaie, étaies, étayons, étayez, )
    • arc-bouter Verb (arc-boute, arc-boutes, arc-boutons, arc-boutez, )
    • chevaler Verb
  2. schragen (stutten; ondersteunen; steunen; schoren; dragen)
    soutenir; étayer; appuyer; consolider; boiser; épauler; arc-bouter; fortifier
    • soutenir Verb (soutiens, soutient, soutenons, soutenez, )
    • étayer Verb (étaie, étaies, étayons, étayez, )
    • appuyer Verb (appuie, appuies, appuyons, appuyez, )
    • consolider Verb (consolide, consolides, consolidons, consolidez, )
    • boiser Verb (boise, boises, boisons, boisez, )
    • épauler Verb (épaule, épaules, épaulons, épaulez, )
    • arc-bouter Verb (arc-boute, arc-boutes, arc-boutons, arc-boutez, )
    • fortifier Verb (fortifie, fortifies, fortifions, fortifiez, )

Konjugationen für schragen:

o.t.t.
  1. schraag
  2. schraagt
  3. schraagt
  4. schragen
  5. schragen
  6. schragen
o.v.t.
  1. schraagde
  2. schraagde
  3. schraagde
  4. schraagden
  5. schraagden
  6. schraagden
v.t.t.
  1. heb geschraagd
  2. hebt geschraagd
  3. heeft geschraagd
  4. hebben geschraagd
  5. hebben geschraagd
  6. hebben geschraagd
v.v.t.
  1. had geschraagd
  2. had geschraagd
  3. had geschraagd
  4. hadden geschraagd
  5. hadden geschraagd
  6. hadden geschraagd
o.t.t.t.
  1. zal schragen
  2. zult schragen
  3. zal schragen
  4. zullen schragen
  5. zullen schragen
  6. zullen schragen
o.v.t.t.
  1. zou schragen
  2. zou schragen
  3. zou schragen
  4. zouden schragen
  5. zouden schragen
  6. zouden schragen
en verder
  1. ben geschraagd
  2. bent geschraagd
  3. is geschraagd
  4. zijn geschraagd
  5. zijn geschraagd
  6. zijn geschraagd
diversen
  1. schraag!
  2. schraagt!
  3. geschraagd
  4. schragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schragen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
soutenir aanhangen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
appuyer dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aanbevelen; aanraden; baseren; bemoedigen; bijvallen; coöpereren; drukken; funderen; iemand recommanderen; indrukken; induwen; instemmen; knellen; meewerken; nomineren; ondersteunen; opbeuren; rugsteunen; steunen; steunen op; tikken op; troosten; vertroosten; voordragen
arc-bouter dragen; met palen stutten; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten
boiser dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten bebossen; herbebossen; met hout beschieten
chevaler met palen stutten; schragen; stutten
consolider dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aanscherpen; bestendigen; consolideren; intensiveren; solidair maken; solidariseren; sterken; sterker maken; sterker worden; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen
contrebouter met palen stutten; schragen; stutten
fortifier dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten consolideren; ondersteunen; rugsteunen; sterken; sterker worden; steunen; versterken; verstevigen
soutenir dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten bemoedigen; beweren; bijvallen; coöpereren; doorleven; doorstaan; hooghouden; in de hoogte houden; instemmen; meewerken; omhooghouden; ondersteunen; opbeuren; ophouden; pretenderen; rugsteunen; stellen; steunen; troosten; van mening zijn; verdragen; verduren; verklaren; verteren; vertroosten; voorgeven; voorstaan
épauler dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten ondersteunen; rugsteunen; steunen
étayer dragen; met palen stutten; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten ondersteunen; rugsteunen; steunen

Verwandte Wörter für "schragen":