Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. schuim vormen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schuim vormen (Niederländisch) ins Französisch

schuim vormen:

schuim vormen Verb (vorm schuim, vormt schuim, vormde schuim, vormden schuim, schuim gevormd)

  1. schuim vormen (schuimen)
    écumer; mousser
    • écumer Verb (écume, écumes, écumons, écumez, )
    • mousser Verb (mousse, mousses, moussons, moussez, )

Konjugationen für schuim vormen:

o.t.t.
  1. vorm schuim
  2. vormt schuim
  3. vormt schuim
  4. vormen schuim
  5. vormen schuim
  6. vormen schuim
o.v.t.
  1. vormde schuim
  2. vormde schuim
  3. vormde schuim
  4. vormden schuim
  5. vormden schuim
  6. vormden schuim
v.t.t.
  1. heb schuim gevormd
  2. hebt schuim gevormd
  3. heeft schuim gevormd
  4. hebben schuim gevormd
  5. hebben schuim gevormd
  6. hebben schuim gevormd
v.v.t.
  1. had schuim gevormd
  2. had schuim gevormd
  3. had schuim gevormd
  4. hadden schuim gevormd
  5. hadden schuim gevormd
  6. hadden schuim gevormd
o.t.t.t.
  1. zal schuim vormen
  2. zult schuim vormen
  3. zal schuim vormen
  4. zullen schuim vormen
  5. zullen schuim vormen
  6. zullen schuim vormen
o.v.t.t.
  1. zou schuim vormen
  2. zou schuim vormen
  3. zou schuim vormen
  4. zouden schuim vormen
  5. zouden schuim vormen
  6. zouden schuim vormen
en verder
  1. ben schuim gevormd
  2. bent schuim gevormd
  3. is schuim gevormd
  4. zijn schuim gevormd
  5. zijn schuim gevormd
  6. zijn schuim gevormd
diversen
  1. vorm schuim!
  2. vormt schuim!
  3. schuim gevormd
  4. schuimvormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schuim vormen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mousser schuim vormen; schuimen mousseren; opbruisen; sprankelen; tintelen
écumer schuim vormen; schuimen afromen; afschuimen; afspanen; briesen van woede; jutten; schuimbekken

Verwandte Übersetzungen für schuim vormen