Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wenk:
  2. wenken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wenk (Niederländisch) ins Französisch

wenk:

wenk [de ~ (m)] Nomen

  1. de wenk (tip; aanwijzing; vingerwijzing; vingerwenk)
    la suggestion; le tuyau; l'éclaircissement; le signe de tête; le signe du doigt; la trace; le bout; le signe; le coin
  2. de wenk (sein; teken)
    le signal; le signe; l'avertissement; l'avis; l'indice; le signe de tête

Übersetzung Matrix für wenk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avertissement sein; teken; wenk aanmaning; aansporing tot plicht; convocatie; gebaar; geste; herinnering; informatie; kennisgeving; maning; mededeling; signaal; teken; vermaning; verwittiging; waarschuwing
avis sein; teken; wenk aankondiging; aankondigingen; aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; advies; bekendmaking; bericht; bewering; boodschap; convocatie; denkbeeld; deurwaardersexploot; gewag; gezichtspunt; gezindheid; herinnering; houding; idee; informatie; interpretatie; inzicht; journaal; kennisgeving; kennisneming; kijk; lezing; mededeling; melding; mening; meningsuiting; nieuws; oordeel; opgave; opinie; oproeping; opvatting; overtuiging; positie; raad; raadgeving; relaas; sommatie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; tijding; uitspraak; vaststaande mening; vermelding; verwittiging; visie; zienswijze
bout aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aandeel; deel; deeltje; einde; finale; greep; kolf; onderdeeltje; part; stomp; stronk; teenstuk; uiteinde
coin aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk hoekje; keg; keil; schuilhoekje; stekkie; straathoek; visplaats; viswater; wig
indice sein; teken; wenk aanwijzing; eigenschap; gebaar; geste; index; indexcijfer; indexgetal; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kencijfer; kengetal; kenmerk; koersindex; richtgetal; signaal; spoor; stigma; teken; toespeling; typering; verwijzing
signal sein; teken; wenk eigenschap; gebaar; geste; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; signaal; stigma; teken
signe aanwijzing; sein; teken; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk bewijs; blijk; decoratie; eigenschap; ereteken; etiket; gebaar; geste; gesternte; herkenningsteken; iemand kenmerken; karakter; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; knipoog; letter; letterteken; nummerplaat; onderscheiding; onderscheidingsteken; oogwenk; ridderorde; seintje; signaal; sterrenbeeld; stigma; teken
signe de tête aanwijzing; sein; teken; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk hoofdknik
signe du doigt aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
suggestion aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk toespeling; verwijzing
trace aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk afhankelijkheid op basis van spoor; glimp; vleugje; voetspoor
tuyau aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanknopingspunt; aanwijzing; dakgoot; goot; pennenschacht
éclaircissement aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk berichtgeving; informatie; inlichting; lichter worden; mededelingen; opheldering; opklaring; oplichten; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verheldering; verklaring
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avertissement waarschuwing
indice subscript

Verwandte Wörter für "wenk":



wenk form of wenken:

wenken Verb (wenk, wenkt, wenkte, wenkten, gewenkt)

  1. wenken

Konjugationen für wenken:

o.t.t.
  1. wenk
  2. wenkt
  3. wenkt
  4. wenken
  5. wenken
  6. wenken
o.v.t.
  1. wenkte
  2. wenkte
  3. wenkte
  4. wenkten
  5. wenkten
  6. wenkten
v.t.t.
  1. heb gewenkt
  2. hebt gewenkt
  3. heeft gewenkt
  4. hebben gewenkt
  5. hebben gewenkt
  6. hebben gewenkt
v.v.t.
  1. had gewenkt
  2. had gewenkt
  3. had gewenkt
  4. hadden gewenkt
  5. hadden gewenkt
  6. hadden gewenkt
o.t.t.t.
  1. zal wenken
  2. zult wenken
  3. zal wenken
  4. zullen wenken
  5. zullen wenken
  6. zullen wenken
o.v.t.t.
  1. zou wenken
  2. zou wenken
  3. zou wenken
  4. zouden wenken
  5. zouden wenken
  6. zouden wenken
diversen
  1. wenk!
  2. wenkt!
  3. gewenkt
  4. wenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wenken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
faire signe à wenken wuiven; zwaaien

Verwandte Wörter für "wenken":


Wiktionary Übersetzungen für wenken:


Cross Translation:
FromToVia
wenken faire signe beckon — to wave and/or to nod to somebody with the intention to make the person come closer