Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. analyseren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for analyseren in Niederländisch

analyseren:

analyseren Verb (analyseer, analyseert, analyseerde, analyseerden, geanalyseerd)

  1. analyseren
    analyseren; ontleden
    • analyseren Verb (analyseer, analyseert, analyseerde, analyseerden, geanalyseerd)
    • ontleden Verb (ontleed, ontleedt, ontleedde, ontleedden, ontleden)

Konjugationen für analyseren:

o.t.t.
  1. analyseer
  2. analyseert
  3. analyseert
  4. analyseren
  5. analyseren
  6. analyseren
o.v.t.
  1. analyseerde
  2. analyseerde
  3. analyseerde
  4. analyseerden
  5. analyseerden
  6. analyseerden
v.t.t.
  1. heb geanalyseerd
  2. hebt geanalyseerd
  3. heeft geanalyseerd
  4. hebben geanalyseerd
  5. hebben geanalyseerd
  6. hebben geanalyseerd
v.v.t.
  1. had geanalyseerd
  2. had geanalyseerd
  3. had geanalyseerd
  4. hadden geanalyseerd
  5. hadden geanalyseerd
  6. hadden geanalyseerd
o.t.t.t.
  1. zal analyseren
  2. zult analyseren
  3. zal analyseren
  4. zullen analyseren
  5. zullen analyseren
  6. zullen analyseren
o.v.t.t.
  1. zou analyseren
  2. zou analyseren
  3. zou analyseren
  4. zouden analyseren
  5. zouden analyseren
  6. zouden analyseren
diversen
  1. analyseer!
  2. analyseert!
  3. geanalyseerd
  4. analyserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

analyseren [znw.] Nomen

  1. analyseren
    de analyse; analyseren; ontleden