Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze belastend

Synonyms for "belastend" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. belastend:
  2. belasten:

Niederländisch

Detailed Synonyms for belastend in Niederländisch

belastend:

belastend Adjektiv

  1. belastend
    belastend; bezwarend

belastend form of belasten:

belasten Verb (belast, belastte, belastten, belast)

  1. belasten
    belasten; opdragen
    • belasten Verb (belast, belastte, belastten, belast)
    • opdragen Verb (draag op, draagt op, droeg op, droegen op, opgedragen)

Konjugationen für belasten:

o.t.t.
  1. belast
  2. belast
  3. belast
  4. belasten
  5. belasten
  6. belasten
o.v.t.
  1. belastte
  2. belastte
  3. belastte
  4. belastten
  5. belastten
  6. belastten
v.t.t.
  1. heb belast
  2. hebt belast
  3. heeft belast
  4. hebben belast
  5. hebben belast
  6. hebben belast
v.v.t.
  1. had belast
  2. had belast
  3. had belast
  4. hadden belast
  5. hadden belast
  6. hadden belast
o.t.t.t.
  1. zal belasten
  2. zult belasten
  3. zal belasten
  4. zullen belasten
  5. zullen belasten
  6. zullen belasten
o.v.t.t.
  1. zou belasten
  2. zou belasten
  3. zou belasten
  4. zouden belasten
  5. zouden belasten
  6. zouden belasten
diversen
  1. belast!
  2. belast!
  5. belast
  6. belastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0310 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden