Niederländisch
Detailed Synonyms for beschikken in Niederländisch
beschikken:
-
beschikken
-
beschikken
– ergens gebruik van kunnen maken 1
Konjugationen für beschikken:
o.t.t.
- beschik
- beschikt
- beschikt
- beschikken
- beschikken
- beschikken
o.v.t.
- beschikte
- beschikte
- beschikte
- beschikten
- beschikten
- beschikten
v.t.t.
- heb beschikt
- hebt beschikt
- heeft beschikt
- hebben beschikt
- hebben beschikt
- hebben beschikt
v.v.t.
- had beschikt
- had beschikt
- had beschikt
- hadden beschikt
- hadden beschikt
- hadden beschikt
o.t.t.t.
- zal beschikken
- zult beschikken
- zal beschikken
- zullen beschikken
- zullen beschikken
- zullen beschikken
o.v.t.t.
- zou beschikken
- zou beschikken
- zou beschikken
- zouden beschikken
- zouden beschikken
- zouden beschikken
diversen
- beschik!
- beschikt!
- beschikt
- beschikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze