Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. bladeren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for bladeren in Niederländisch

bladeren:

bladeren Verb (blader, bladert, bladerde, bladerden, gebladerd)

  1. bladeren
    doorbladeren; bladeren
    • doorbladeren Verb (blader door, bladert door, bladerde door, bladerden door, doorgebladerd)
    • bladeren Verb (blader, bladert, bladerde, bladerden, gebladerd)
  2. bladeren
    bladeren
    • bladeren Verb (blader, bladert, bladerde, bladerden, gebladerd)
  3. bladeren
    zoeken; bladeren; browsen

Konjugationen für bladeren:

o.t.t.
  1. blader
  2. bladert
  3. bladert
  4. bladeren
  5. bladeren
  6. bladeren
o.v.t.
  1. bladerde
  2. bladerde
  3. bladerde
  4. bladerden
  5. bladerden
  6. bladerden
v.t.t.
  1. heb gebladerd
  2. hebt gebladerd
  3. heeft gebladerd
  4. hebben gebladerd
  5. hebben gebladerd
  6. hebben gebladerd
v.v.t.
  1. had gebladerd
  2. had gebladerd
  3. had gebladerd
  4. hadden gebladerd
  5. hadden gebladerd
  6. hadden gebladerd
o.t.t.t.
  1. zal bladeren
  2. zult bladeren
  3. zal bladeren
  4. zullen bladeren
  5. zullen bladeren
  6. zullen bladeren
o.v.t.t.
  1. zou bladeren
  2. zou bladeren
  3. zou bladeren
  4. zouden bladeren
  5. zouden bladeren
  6. zouden bladeren
diversen
  1. blader!
  2. bladert!
  3. gebladerd
  4. bladerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for bladeren