Niederländisch
Detailed Synonyms for debatteren in Niederländisch
debatteren:
-
debatteren
Konjugationen für debatteren:
o.t.t.
- debatteer
- debatteert
- debatteert
- debatteren
- debatteren
- debatteren
o.v.t.
- debatteerde
- debatteerde
- debatteerde
- debatteerden
- debatteerden
- debatteerden
v.t.t.
- heb gedebatteerd
- hebt gedebatteerd
- heeft gedebatteerd
- hebben gedebatteerd
- hebben gedebatteerd
- hebben gedebatteerd
v.v.t.
- had gedebatteerd
- had gedebatteerd
- had gedebatteerd
- hadden gedebatteerd
- hadden gedebatteerd
- hadden gedebatteerd
o.t.t.t.
- zal debatteren
- zult debatteren
- zal debatteren
- zullen debatteren
- zullen debatteren
- zullen debatteren
o.v.t.t.
- zou debatteren
- zou debatteren
- zou debatteren
- zouden debatteren
- zouden debatteren
- zouden debatteren
diversen
- debatteer!
- debatteert!
- gedebatteerd
- debatterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze