"gereedheid": Synonyms in Niederländisch--Interglot

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

gereedheid:
- gereedheid; paraatheid
gereed:
- gereed; gedaan; gaar; doorgekookt; voltooid; over; klaar; uit; afgelopen; geëindigd; voorbij; afgedaan; af; beëindigd; volbracht; gepleegd; paraat

Niederländisch

Detailed Synonyms for gereedheid in Niederländisch

de gereedheid
de gereedheid; de paraatheid
- gereedheid [de ~ (v)] Nomen
- paraatheid [de ~ (v)] Nomen

gereed
gereed; gedaan; gaar; doorgekookt
- gereed Adjektiv
- gedaan Adjektiv
- gaar Adjektiv
- doorgekookt Adjektiv
gereed
voltooid; over; klaar; uit; afgelopen; geëindigd; gereed; voorbij; afgedaan; af
- voltooid Adjektiv
- over Adjektiv
- klaar Adjektiv
- uit Adjektiv
- afgelopen Adjektiv
- geëindigd Adjektiv
- gereed Adjektiv
- voorbij Adjektiv
- afgedaan Adjektiv
- af adv
gereed
gedaan; gereed; klaar; beëindigd; volbracht; af
- gedaan Adjektiv
- gereed Adjektiv
- klaar Adjektiv
- beëindigd Adjektiv
- volbracht Adjektiv
- af adv
gereed
voltooid; klaar; beëindigd; over; afgelopen; gereed; uit; gedaan; af; gepleegd; geëindigd; voorbij
- voltooid Adjektiv
- klaar Adjektiv
- beëindigd Adjektiv
- over Adjektiv
- afgelopen Adjektiv
- gereed Adjektiv
- uit Adjektiv
- gedaan Adjektiv
- af adv
- gepleegd Adjektiv
- geëindigd Adjektiv
- voorbij Adjektiv
gereed
paraat; gereed; klaar
- paraat Adjektiv
- gereed Adjektiv
- klaar Adjektiv