Niederländisch
Detailed Synonyms for hard in Niederländisch
hard:
-
hard
-
hard
onbarmhartig; ongenadig; hard; hardvochtig-
onbarmhartig Adjektiv
-
ongenadig Adjektiv
-
hard Adjektiv
-
hardvochtig Adjektiv
-
-
hard
-
hard
-
hard
-
hard
emotieloos; gevoelloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos; harteloos; hard; hardvochtig-
emotieloos Adjektiv
-
gevoelloos Adjektiv
-
liefdeloos Adjektiv
-
ongevoelig Adjektiv
-
zielloos Adjektiv
-
harteloos Adjektiv
-
hard Adjektiv
-
hardvochtig Adjektiv
-
-
hard
-
hard
– met grote vaart 1 -
hard
– heel erg 1 -
hard
– hevig of krachtig 1 -
hard
– met veel kalk erin 1 -
hard
– moeilijk of zwaar 1 -
hard
– niet goed in te drukken 1 -
hard
– streng en zonder medelijden 1 -
hard
– waar bewijzen voor zijn 1 -
hard
– krachtig, overduidelijk te horen 1
Verwandte Wörter für "hard":
Alternate Synonyms for "hard":
Antonyme für "hard":
Verwandte Definitionen für "hard":
hard form of harden:
Konjugationen für harden:
o.t.t.
- hard
- hardt
- hardt
- harden
- harden
- harden
o.v.t.
- hardde
- hardde
- hardde
- hardden
- hardden
- hardden
v.t.t.
- ben gehard
- bent gehard
- is gehard
- zijn gehard
- zijn gehard
- zijn gehard
v.v.t.
- was gehard
- was gehard
- was gehard
- waren gehard
- waren gehard
- waren gehard
o.t.t.t.
- zal harden
- zult harden
- zal harden
- zullen harden
- zullen harden
- zullen harden
o.v.t.t.
- zou harden
- zou harden
- zou harden
- zouden harden
- zouden harden
- zouden harden
diversen
- hard!
- hardt!
- gehard
- hardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
harden