Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. hoogachten:


Niederländisch

Detailed Synonyms for hoogachten in Niederländisch

hoogachten:

hoogachten Verb (acht hoog, achtte hoog, achtten hoog, hooggeacht)

  1. hoogachten
    respecteren; eerbiedigen; hoogschatten; achten; hoogachten
    • respecteren Verb (respecteer, respecteert, respecteerde, respecteerden, gerespecteerd)
    • eerbiedigen Verb (eerbiedig, eerbiedigt, eerbiedigde, eerbiedigden, eerbiedigd)
    • hoogschatten Verb (schat hoog, schatte hoog, schatten hoog, gehoogschat)
    • achten Verb (acht, achtte, achtten, geacht)
    • hoogachten Verb (acht hoog, achtte hoog, achtten hoog, hooggeacht)

Konjugationen für hoogachten:

o.t.t.
  1. acht hoog
  2. acht hoog
  3. acht hoog
  4. achten hoog
  5. achten hoog
  6. achten hoog
o.v.t.
  1. achtte hoog
  2. achtte hoog
  3. achtte hoog
  4. achtten hoog
  5. achtten hoog
  6. achtten hoog
v.t.t.
  1. heb hooggeacht
  2. hebt hooggeacht
  3. heeft hooggeacht
  4. hebben hooggeacht
  5. hebben hooggeacht
  6. hebben hooggeacht
v.v.t.
  1. had hooggeacht
  2. had hooggeacht
  3. had hooggeacht
  4. hadden hooggeacht
  5. hadden hooggeacht
  6. hadden hooggeacht
o.t.t.t.
  1. zal hoogachten
  2. zult hoogachten
  3. zal hoogachten
  4. zullen hoogachten
  5. zullen hoogachten
  6. zullen hoogachten
o.v.t.t.
  1. zou hoogachten
  2. zou hoogachten
  3. zou hoogachten
  4. zouden hoogachten
  5. zouden hoogachten
  6. zouden hoogachten
en verder
  1. ben hooggeacht
  2. bent hooggeacht
  3. is hooggeacht
  4. zijn hooggeacht
  5. zijn hooggeacht
  6. zijn hooggeacht
diversen
  1. acht hoog!
  2. acht hoog!
  3. hooggeacht
  4. hoogachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze