Niederländisch
Detailed Synonyms for interpreteren in Niederländisch
interpreteren:
-
interpreteren
Konjugationen für interpreteren:
o.t.t.
- interpreteer
- interpreteert
- interpreteert
- interpreteren
- interpreteren
- interpreteren
o.v.t.
- interpreteerde
- interpreteerde
- interpreteerde
- interpreteerden
- interpreteerden
- interpreteerden
v.t.t.
- heb geïnterpreteerd
- hebt geïnterpreteerd
- heeft geïnterpreteerd
- hebben geïnterpreteerd
- hebben geïnterpreteerd
- hebben geïnterpreteerd
v.v.t.
- had geïnterpreteerd
- had geïnterpreteerd
- had geïnterpreteerd
- hadden geïnterpreteerd
- hadden geïnterpreteerd
- hadden geïnterpreteerd
o.t.t.t.
- zal interpreteren
- zult interpreteren
- zal interpreteren
- zullen interpreteren
- zullen interpreteren
- zullen interpreteren
o.v.t.t.
- zou interpreteren
- zou interpreteren
- zou interpreteren
- zouden interpreteren
- zouden interpreteren
- zouden interpreteren
en verder
- is geïnterpreteerd
diversen
- interpreteer!
- interpreteert!
- geïnterpreteerd
- interpreterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze