Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for knoeien in Niederländisch

knoeien:

knoeien Verb (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)

  1. knoeien
    morsen; knoeien; vlekken; kladden
    • morsen Verb (mors, morst, morste, morsten, gemorst)
    • knoeien Verb (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)
    • vlekken Verb (vlek, vlekt, vlekte, vlekten, gevlekt)
    • kladden Verb (klad, kladt, kladde, kladden, geklad)
  2. knoeien
    knoeien; klunzen; klungelen; prutsen; stuntelen
    • knoeien Verb (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)
    • klunzen Verb (kluns, klunst, klunsde, klunsden, geklunsd)
    • klungelen Verb (klungel, klungelt, klungelde, klungelden, geklungeld)
    • prutsen Verb (pruts, prutst, prutste, prutsten, geprutst)
    • stuntelen Verb (stuntel, stuntelt, stuntelde, stuntelden, gestunteld)
  3. knoeien
    scharrelen; aanrommelen; rotzooien; knoeien; aanrotzooien
    • scharrelen Verb (scharrel, scharrelt, scharrelde, scharrelden, gescharreld)
    • rotzooien Verb (rotzooi, rotzooit, rotzooide, rotzooiden, gerotzooid)
    • knoeien Verb (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)
    • aanrotzooien Verb (rotzooi aan, rotzooit aan, rotzooide aan, rotzooiden aan, aangerotzooid)
  4. knoeien
    – door onhandigheid druppels of kruimels laten vallen 1
    knoeien
    – door onhandigheid druppels of kruimels laten vallen 1
    • knoeien Verb (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)
      • Jan knoeit zo als hij kookt1

Konjugationen für knoeien:

o.t.t.
  1. knoei
  2. knoeit
  3. knoeit
  4. knoeien
  5. knoeien
  6. knoeien
o.v.t.
  1. knoeide
  2. knoeide
  3. knoeide
  4. knoeiden
  5. knoeiden
  6. knoeiden
v.t.t.
  1. heb geknoeid
  2. hebt geknoeid
  3. heeft geknoeid
  4. hebben geknoeid
  5. hebben geknoeid
  6. hebben geknoeid
v.v.t.
  1. had geknoeid
  2. had geknoeid
  3. had geknoeid
  4. hadden geknoeid
  5. hadden geknoeid
  6. hadden geknoeid
o.t.t.t.
  1. zal knoeien
  2. zult knoeien
  3. zal knoeien
  4. zullen knoeien
  5. zullen knoeien
  6. zullen knoeien
o.v.t.t.
  1. zou knoeien
  2. zou knoeien
  3. zou knoeien
  4. zouden knoeien
  5. zouden knoeien
  6. zouden knoeien
en verder
  1. is geknoeid
diversen
  1. knoei!
  2. knoeit!
  3. geknoeid
  4. knoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "knoeien":


Verwandte Definitionen für "knoeien":

  1. door onhandigheid druppels of kruimels laten vallen1
    • Jan knoeit zo als hij kookt1