Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. log:
  2. loggen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for log in Niederländisch

log:

log Adjektiv

  1. log
    lijzig; loom; log
  2. log
    plomp; lomp; onsierlijk van gedaante; log

Verwandte Wörter für "log":


log form of loggen:

loggen Verb (log, logt, logde, logden, gelogd)

  1. loggen
    loggen
    • loggen Verb (log, logt, logde, logden, gelogd)

Konjugationen für loggen:

o.t.t.
  1. log
  2. logt
  3. logt
  4. loggen
  5. loggen
  6. loggen
o.v.t.
  1. logde
  2. logde
  3. logde
  4. logden
  5. logden
  6. logden
v.t.t.
  1. heb gelogd
  2. hebt gelogd
  3. heeft gelogd
  4. hebben gelogd
  5. hebben gelogd
  6. hebben gelogd
v.v.t.
  1. had gelogd
  2. had gelogd
  3. had gelogd
  4. hadden gelogd
  5. hadden gelogd
  6. hadden gelogd
o.t.t.t.
  1. zal loggen
  2. zult loggen
  3. zal loggen
  4. zullen loggen
  5. zullen loggen
  6. zullen loggen
o.v.t.t.
  1. zou loggen
  2. zou loggen
  3. zou loggen
  4. zouden loggen
  5. zouden loggen
  6. zouden loggen
en verder
  1. ben gelogd
  2. bent gelogd
  3. is gelogd
  4. zijn gelogd
  5. zijn gelogd
  6. zijn gelogd
diversen
  1. log!
  2. logt!
  3. gelogd
  4. loggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for log