Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze lurken

Synonyms for "lurken" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. lurken:

Niederländisch

Detailed Synonyms for lurken in Niederländisch

lurken:

lurken Verb (lurk, lurkt, lurkte, lurkten, gelurkt)

  1. lurken
    zuigen; lurken; sabbelen
    • zuigen Verb (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)
    • lurken Verb (lurk, lurkt, lurkte, lurkten, gelurkt)
    • sabbelen Verb (sabbel, sabbelt, sabbelde, sabbelden, gesabbeld)
  2. lurken
    zuigen; lurken; slurpen
    • zuigen Verb (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)
    • lurken Verb (lurk, lurkt, lurkte, lurkten, gelurkt)
    • slurpen Verb (slurp, slurpt, slurpte, slurpten, geslurpt)

Konjugationen für lurken:

o.t.t.
  1. lurk
  2. lurkt
  3. lurkt
  4. lurken
  5. lurken
  6. lurken
o.v.t.
  1. lurkte
  2. lurkte
  3. lurkte
  4. lurkten
  5. lurkten
  6. lurkten
v.t.t.
  1. heb gelurkt
  2. hebt gelurkt
  3. heeft gelurkt
  4. hebben gelurkt
  5. hebben gelurkt
  6. hebben gelurkt
v.v.t.
  1. had gelurkt
  2. had gelurkt
  3. had gelurkt
  4. hadden gelurkt
  5. hadden gelurkt
  6. hadden gelurkt
o.t.t.t.
  1. zal lurken
  2. zult lurken
  3. zal lurken
  4. zullen lurken
  5. zullen lurken
  6. zullen lurken
o.v.t.t.
  1. zou lurken
  2. zou lurken
  3. zou lurken
  4. zouden lurken
  5. zouden lurken
  6. zouden lurken
diversen
  1. lurk!
  2. lurkt!
  5. gelurkt
  6. lurkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0144 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden