Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. ondertrouwen:
  2. ondertrouw:


Niederländisch

Detailed Synonyms for ondertrouwen in Niederländisch

ondertrouwen:

ondertrouwen Verb (ondertrouw, ondertrouwt, ondertrouwde, ondertrouwden, ondertrouwd)

  1. ondertrouwen
    ondertrouwen; verloven
    • ondertrouwen Verb (ondertrouw, ondertrouwt, ondertrouwde, ondertrouwden, ondertrouwd)
    • verloven Verb (verloof, verlooft, verloofde, verloofden, verloofd)

Konjugationen für ondertrouwen:

o.t.t.
  1. ondertrouw
  2. ondertrouwt
  3. ondertrouwt
  4. ondertrouwen
  5. ondertrouwen
  6. ondertrouwen
o.v.t.
  1. ondertrouwde
  2. ondertrouwde
  3. ondertrouwde
  4. ondertrouwden
  5. ondertrouwden
  6. ondertrouwden
v.t.t.
  1. ben ondertrouwd
  2. bent ondertrouwd
  3. is ondertrouwd
  4. zijn ondertrouwd
  5. zijn ondertrouwd
  6. zijn ondertrouwd
v.v.t.
  1. was ondertrouwd
  2. was ondertrouwd
  3. was ondertrouwd
  4. waren ondertrouwd
  5. waren ondertrouwd
  6. waren ondertrouwd
o.t.t.t.
  1. zal ondertrouwen
  2. zult ondertrouwen
  3. zal ondertrouwen
  4. zullen ondertrouwen
  5. zullen ondertrouwen
  6. zullen ondertrouwen
o.v.t.t.
  1. zou ondertrouwen
  2. zou ondertrouwen
  3. zou ondertrouwen
  4. zouden ondertrouwen
  5. zouden ondertrouwen
  6. zouden ondertrouwen
diversen
  1. ondertrouw!
  2. ondertrouwt!
  3. ondertrouwd
  4. ondertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "ondertrouwen":


ondertrouwen form of ondertrouw:

ondertrouw [de ~ (m)] Nomen

  1. de ondertrouw
    de ondertrouw

Verwandte Wörter für "ondertrouw":