Niederländisch
Detailed Synonyms for slabak in Niederländisch
slabak:
slabak form of slabakken:
-
slabakken
– niets doen, niet doorwerken 1
Konjugationen für slabakken:
o.t.t.
- slabak
- slabakt
- slabakt
- slabakken
- slabakken
- slabakken
o.v.t.
- slabakte
- slabakte
- slabakte
- slabakten
- slabakten
- slabakten
v.t.t.
- heb geslabakt
- hebt geslabakt
- heeft geslabakt
- hebben geslabakt
- hebben geslabakt
- hebben geslabakt
v.v.t.
- had geslabakt
- had geslabakt
- had geslabakt
- hadden geslabakt
- hadden geslabakt
- hadden geslabakt
o.t.t.t.
- zal slabakken
- zult slabakken
- zal slabakken
- zullen slabakken
- zullen slabakken
- zullen slabakken
o.v.t.t.
- zou slabakken
- zou slabakken
- zou slabakken
- zouden slabakken
- zouden slabakken
- zouden slabakken
en verder
- ben geslabakt
- bent geslabakt
- is geslabakt
- zijn geslabakt
- zijn geslabakt
- zijn geslabakt
diversen
- slabak!
- slabakt!
- geslabakt
- slabakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze