Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze spatje

Synonyms for "spatje" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

spatje:
- nop; spat; stip; spatje; vlekje; stipje; stippel; moesje; vlek
spat:
- nop; spat; stip; spatje; vlekje; stipje; stippel; moesje; vlek; spatter

Niederländisch

Detailed Synonyms for spatje in Niederländisch

spatje:

spatje [het ~] Nomen

het spatje
de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek
- nop [de ~] Nomen
- spat [de ~] Nomen
- stip [de ~] Nomen
- spatje [het ~] Nomen
- vlekje [het ~] Nomen
- stipje [het ~] Nomen
- stippel [de ~] Nomen
- moesje [het ~] Nomen
- vlek [de ~] Nomen

Verwandte Wörter für "spatje":

spat

spat:

spat [de ~] Nomen

de spat
de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek
- nop [de ~] Nomen
- spat [de ~] Nomen
- stip [de ~] Nomen
- spatje [het ~] Nomen
- vlekje [het ~] Nomen
- stipje [het ~] Nomen
- stippel [de ~] Nomen
- moesje [het ~] Nomen
- vlek [de ~] Nomen
de spat
spatter; de spat
- spatter [znw.] Nomen
- spat [de ~] Nomen

Verwandte Wörter für "spat":

spatten, spats, spatje