Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. stigmatiseren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for stigmatiseren in Niederländisch

stigmatiseren:

stigmatiseren Verb (stigmatiseer, stigmatiseert, stigmatiseerde, stigmatiseerden, gestigmatiseerd)

  1. stigmatiseren
    stigmatiseren
    • stigmatiseren Verb (stigmatiseer, stigmatiseert, stigmatiseerde, stigmatiseerden, gestigmatiseerd)

Konjugationen für stigmatiseren:

o.t.t.
  1. stigmatiseer
  2. stigmatiseert
  3. stigmatiseert
  4. stigmatiseren
  5. stigmatiseren
  6. stigmatiseren
o.v.t.
  1. stigmatiseerde
  2. stigmatiseerde
  3. stigmatiseerde
  4. stigmatiseerden
  5. stigmatiseerden
  6. stigmatiseerden
v.t.t.
  1. ben gestigmatiseerd
  2. bent gestigmatiseerd
  3. is gestigmatiseerd
  4. zijn gestigmatiseerd
  5. zijn gestigmatiseerd
  6. zijn gestigmatiseerd
v.v.t.
  1. was gestigmatiseerd
  2. was gestigmatiseerd
  3. was gestigmatiseerd
  4. waren gestigmatiseerd
  5. waren gestigmatiseerd
  6. waren gestigmatiseerd
o.t.t.t.
  1. zal stigmatiseren
  2. zult stigmatiseren
  3. zal stigmatiseren
  4. zullen stigmatiseren
  5. zullen stigmatiseren
  6. zullen stigmatiseren
o.v.t.t.
  1. zou stigmatiseren
  2. zou stigmatiseren
  3. zou stigmatiseren
  4. zouden stigmatiseren
  5. zouden stigmatiseren
  6. zouden stigmatiseren
diversen
  1. stigmatiseer!
  2. stigmatiseert!
  3. gestigmatiseerd
  4. stigmatiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze