Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. stropen:
  2. strop:


Niederländisch

Detailed Synonyms for stropen in Niederländisch

stropen:

stropen Verb (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)

  1. stropen
    stropen; ontvellen
    • stropen Verb (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)
    • ontvellen Verb (ontvel, ontvelt, ontvelde, ontvelden, ontveld)
  2. stropen
    villen; stropen; afhalen; afstropen; uitbenen
    • villen Verb (vil, vilt, vilde, vilden, gevild)
    • stropen Verb (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)
    • afhalen Verb (haal af, haalt af, haalde af, haalden af, afgehaald)
    • afstropen Verb (stroop af, stroopt af, stroopte af, stroopten af, afgestroopt)
    • uitbenen Verb (been uit, beent uit, beende uit, beenden uit, uitgebeend)
  3. stropen
    – het vel eraf halen 1
    stropen
    – het vel eraf halen 1
    • stropen Verb (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)
      • de dode dieren werden gestroopt1
  4. stropen
    – stiekem vangen 1
    stropen
    – stiekem vangen 1
    • stropen Verb (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)
      • ze hadden tien konijnen gestroopt1

Konjugationen für stropen:

o.t.t.
  1. stroop
  2. stroopt
  3. stroopt
  4. stropen
  5. stropen
  6. stropen
o.v.t.
  1. stroopte
  2. stroopte
  3. stroopte
  4. stroopten
  5. stroopten
  6. stroopten
v.t.t.
  1. heb gestroopt
  2. hebt gestroopt
  3. heeft gestroopt
  4. hebben gestroopt
  5. hebben gestroopt
  6. hebben gestroopt
v.v.t.
  1. had gestroopt
  2. had gestroopt
  3. had gestroopt
  4. hadden gestroopt
  5. hadden gestroopt
  6. hadden gestroopt
o.t.t.t.
  1. zal stropen
  2. zult stropen
  3. zal stropen
  4. zullen stropen
  5. zullen stropen
  6. zullen stropen
o.v.t.t.
  1. zou stropen
  2. zou stropen
  3. zou stropen
  4. zouden stropen
  5. zouden stropen
  6. zouden stropen
en verder
  1. ben gestroopt
  2. bent gestroopt
  3. is gestroopt
  4. zijn gestroopt
  5. zijn gestroopt
  6. zijn gestroopt
diversen
  1. stroop!
  2. stroopt!
  3. gestroopt
  4. stropend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "stropen":


Verwandte Definitionen für "stropen":

  1. het vel eraf halen1
    • de dode dieren werden gestroopt1
  2. stiekem vangen1
    • ze hadden tien konijnen gestroopt1

stropen form of strop:

strop [de ~] Nomen

  1. de strop
    de strop; de galg

Verwandte Wörter für "strop":

  • stroppen, stropen, stropje, stropjes