Niederländisch
Detailed Synonyms for terugzetten in Niederländisch
terugzetten:
-
terugzetten
degraderen; in rang verlagen; terugzetten; achteruitzetten; terugplaatsen-
in rang verlagen Verb (verlaag in rang, verlaagt in rang, verlaagde in rang, verlaagden in rang, in rang verlaagd)
-
terugzetten
-
terugzetten
Konjugationen für terugzetten:
o.t.t.
- zet terug
- zet terug
- zet terug
- zetten terug
- zetten terug
- zetten terug
o.v.t.
- zette terug
- zette terug
- zette terug
- zetten terug
- zetten terug
- zetten terug
v.t.t.
- heb teruggezet
- hebt teruggezet
- heeft teruggezet
- hebben teruggezet
- hebben teruggezet
- hebben teruggezet
v.v.t.
- had teruggezet
- had teruggezet
- had teruggezet
- hadden teruggezet
- hadden teruggezet
- hadden teruggezet
o.t.t.t.
- zal terugzetten
- zult terugzetten
- zal terugzetten
- zullen terugzetten
- zullen terugzetten
- zullen terugzetten
o.v.t.t.
- zou terugzetten
- zou terugzetten
- zou terugzetten
- zouden terugzetten
- zouden terugzetten
- zouden terugzetten
en verder
- ben teruggezet
- bent teruggezet
- is teruggezet
- zijn teruggezet
- zijn teruggezet
- zijn teruggezet
diversen
- zet terug!
- zett terug!
- teruggezet
- terugzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze