Niederländisch

Detailed Synonyms for uitwijken in Niederländisch

uitwijken:

uitwijken Verb

  1. uitwijken
    schuilen; uitwijken; toevluchten; wegkruipen
  2. uitwijken
    uitwijken; uit de weg gaan
    • uitwijken Verb
    • uit de weg gaan Verb (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)
  3. uitwijken
  4. uitwijken
    uitwijken; zwenken; opzij gaan
  5. uitwijken
    vluchten; ontvluchten; ontsnappen; wegvluchten; uitwijken; ontkomen
    • vluchten Verb (vlucht, vluchtte, vluchtten, gevlucht)
    • ontvluchten Verb (ontvlucht, ontvluchtte, ontvluchtten, ontvlucht)
    • ontsnappen Verb (ontsnap, ontsnapt, ontsnapte, ontsnapten, ontsnapt)
    • uitwijken Verb
    • ontkomen Verb (ontkom, ontkomt, ontkwam, ontkwamen, ontkomen)

Related Synonyms for uitwijken