Niederländisch

Detailed Synonyms for vast en zeker in Niederländisch

vast en zeker:

vast en zeker Adjektiv

  1. vast en zeker
    vast en zeker; zeker; waarachtig; stellig; waarlijk; vast; feitelijk; beslist; reëel; heus; welzeker; voorzeker; gewis; geheid
  2. vast en zeker
  3. vast en zeker
  4. vast en zeker
  5. vast en zeker
  6. vast en zeker
    echt; zeker; waarlijk; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid; heus

Related Synonyms for vast en zeker