Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze winters

Synonyms for "winters" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

winters:
- winters; winterachtig
winter:
- winter

Niederländisch

Detailed Synonyms for winters in Niederländisch

winters:

winters Adjektiv

winters
winters; winterachtig
- winters Adjektiv
- winterachtig Adjektiv

Verwandte Wörter für "winters":

winterse, winter

winter:

winter [de ~ (m)] Nomen

de winter
de winter
- winter [de ~ (m)] Nomen
de winter

– het koudste jaargetijde, van 21 december tot 21 maart ¹
de winter
– het koudste jaargetijde, van 21 december tot 21 maart ¹
- winter [de ~ (m)] Nomen
  - in de winter ligt er vaak sneeuw¹

Verwandte Wörter für "winter":

winteren, winters, wintertje, wintertjes

Antonyme für "winter":

zomer

Verwandte Definitionen für "winter":

het koudste jaargetijde, van 21 december tot 21 maart¹
- in de winter ligt er vaak sneeuw¹

¹Muiswerk Woordenboek