Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. barst:
  2. barsten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für barst (Niederländisch) ins Schwedisch

barst:

barst [de ~ (m)] Nomen

  1. de barst (breuk; scheur; krak)
    spricka
  2. de barst (inkeping; kloof; reet; )
    hål; urringning; vrå; skreva; hålighet; klyvning; springe

Übersetzung Matrix für barst:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hål barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing compartiment; coupé; gaatje; gat; groeve; kuil; lek; lekken; mijn; mijngroeve; tanding; uitholling; waterlek
hålighet barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing gewrichtsholte; gewrichtskom; hol; holheid; holle ruimte; kom; kuil; leegheid; uitholling; voosheid
klyvning barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing
skreva barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing kloof; opening; ravijn; spleet; tussenruimte; uitsparing
spricka barst; breuk; krak; scheur coryfee; crack; gebrek; geweldenaar; kei; kiertje; kloof; manco; opening; rotsspleet; ruptuur; scheuring; spleet; tussenruimte; uitsparing; zwakheid
springe barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing
urringning barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing decolleté
vrå barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing hoek; hoekje; holte; kloof; nis; opening; schuilhoekje; spleet; tussenruimte; uitsparing
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
spricka aan stukken springen; een krakend geluid maken; klieven; kloven; kraken; openhakken; splijten; splitsen; uiteensplijten

Verwandte Wörter für "barst":


Wiktionary Übersetzungen für barst:


Cross Translation:
FromToVia
barst spricka crack — thin space opened in a previously solid material

barsten:

barsten Verb (barst, barstte, barstten, gebarsten)

  1. barsten (kunnen stikken)
    dra åt helvete; dra dit pepparn växer
    • dra åt helvete Verb (drar åt helvete, drog åt helvete, dragit åt helvete)
    • dra dit pepparn växer Verb (drar dit pepparn växer, drog dit pepparn växer, dragit dit pepparn växer)
  2. barsten (openspringen; losspringen)
    flyga upp; springa öppen
    • flyga upp Verb (flyger upp, flög upp, flögit upp)
    • springa öppen Verb (springer öppen, sprang öppen, sprungit öppen)

Konjugationen für barsten:

o.t.t.
  1. barst
  2. barst
  3. barst
  4. barsten
  5. barsten
  6. barsten
o.v.t.
  1. barstte
  2. barstte
  3. barstte
  4. barstten
  5. barstten
  6. barstten
v.t.t.
  1. ben gebarsten
  2. bent gebarsten
  3. is gebarsten
  4. zijn gebarsten
  5. zijn gebarsten
  6. zijn gebarsten
v.v.t.
  1. was gebarsten
  2. was gebarsten
  3. was gebarsten
  4. waren gebarsten
  5. waren gebarsten
  6. waren gebarsten
o.t.t.t.
  1. zal barsten
  2. zult barsten
  3. zal barsten
  4. zullen barsten
  5. zullen barsten
  6. zullen barsten
o.v.t.t.
  1. zou barsten
  2. zou barsten
  3. zou barsten
  4. zouden barsten
  5. zouden barsten
  6. zouden barsten
diversen
  1. barst!
  2. barst!
  3. gebarsten
  4. barstende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

barsten [de ~] Nomen, Plural

  1. de barsten (scheuren; sprongen)
  2. de barsten (krakken)

Übersetzung Matrix für barsten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brister barsten; krakken geldtekorten; tekorten; tekortsaldi
klyftor barsten; scheuren; sprongen
sprickor barsten; krakken; scheuren; sprongen klappen; knallen; smakken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dra dit pepparn växer barsten; kunnen stikken
dra åt helvete barsten; kunnen stikken opflikkeren; oprotten
flyga upp barsten; losspringen; openspringen blozen; gloeien; kleuren; opstuiven; opvliegen; opwaarts vliegen; rood worden
springa öppen barsten; losspringen; openspringen

Verwandte Wörter für "barsten":


Wiktionary Übersetzungen für barsten:


Cross Translation:
FromToVia
barsten brisera; spricka; brista burst — to break from internal pressure
barsten förgås; spricka crever — Mourir