Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. beangstigend:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beangstigend (Niederländisch) ins Schwedisch

beangstigend:

beangstigend Adjektiv

  1. beangstigend (eng)
    kuslig; läskigt; obehaglig; obehagligt; kusligt
  2. beangstigend (angstaanjagend; eng)

Übersetzung Matrix für beangstigend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kuslig beangstigend; eng akelig; eng; griezelig; sinister
kusligt beangstigend; eng akelig; eng; griezelig; sinister; vergrijsd
läskigt beangstigend; eng
obehaglig beangstigend; eng ongemakkelijk; onverkwikkelijk; opgelaten; stuitend
obehagligt beangstigend; eng oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk; onverkwikkelijk; opgelaten; stuitend
skrämmande angstaanjagend; beangstigend; eng dreigend; eng; ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk

Wiktionary Übersetzungen für beangstigend:


Cross Translation:
FromToVia
beangstigend skrämmande frightening — scary

Computerübersetzung von Drittern: