Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. beminde:
  2. beminnen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beminde (Niederländisch) ins Schwedisch

beminde:

beminde [de ~] Nomen

  1. de beminde (liefste; schatje; poepje; )
    älskade; älskling; käraste; vännen
  2. de beminde (liefje; liefste; schat; )
    älskling; älskade; hjärta; käraste
  3. de beminde (minnares; vriendin; geliefde)
    älskarinna

beminde Adjektiv

  1. beminde

Übersetzung Matrix für beminde:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hjärta beminde; geliefde; liefje; liefste; schat; snoes; vriendin binnenste; bloedpomp; hart; kern; lieveling; lieverd; schatje; snoepje; snoes
käraste beminde; duifje; geliefde; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin engel; engeltje; hartje; lief persoon; liefje; lieveling; lieverd; schatje; schatteboutjes; snoepje; snoes; troetels
vännen beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes
älskade beminde; duifje; geliefde; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin hartje; liefje; prijzen; roemen; schatteboutje; troetels; verheerlijken
älskarinna beminde; geliefde; minnares; vriendin heerseres; maîtresse
älskling beminde; duifje; geliefde; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin dot; engel; engeltje; hartekind; hartje; kindlief; lief persoon; liefje; lieveling; lievelingetje; lievelings huisdier; lievelingsdier; lieverd; poepje; schatje; schattig kind; scheetje; snoepje; snoes; troetel; troeteldier; troeteltje
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mycket älskat beminde veelbemind
älskad beminde bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
älskade bevallig; lief
älskat beminde bemind; dierbaar; geliefd; geliefkoosd; gestreeld uit liefde; lief; toegenegen

beminnen:

beminnen Verb (bemin, bemint, beminde, beminden, bemind)

  1. beminnen (minnen)
    kärlek
    • kärlek Verb (kärleker, kärlekte, kärlekt)
  2. beminnen (liefhebben; houden van)
    älska; ha kär
    • älska Verb (älskar, älskade, älskat)
    • ha kär Verb (har kär, hade kär, haft kär)
  3. beminnen (vrijen; de liefde bedrijven; minnen; liefkozen; minnekozen)
    hångla
    • hångla Verb (hånglar, hånglade, hånglat)

Konjugationen für beminnen:

o.t.t.
  1. bemin
  2. bemint
  3. bemint
  4. beminnen
  5. beminnen
  6. beminnen
o.v.t.
  1. beminde
  2. beminde
  3. beminde
  4. beminden
  5. beminden
  6. beminden
v.t.t.
  1. heb bemind
  2. hebt bemind
  3. heeft bemind
  4. hebben bemind
  5. hebben bemind
  6. hebben bemind
v.v.t.
  1. had bemind
  2. had bemind
  3. had bemind
  4. hadden bemind
  5. hadden bemind
  6. hadden bemind
o.t.t.t.
  1. zal beminnen
  2. zult beminnen
  3. zal beminnen
  4. zullen beminnen
  5. zullen beminnen
  6. zullen beminnen
o.v.t.t.
  1. zou beminnen
  2. zou beminnen
  3. zou beminnen
  4. zouden beminnen
  5. zouden beminnen
  6. zouden beminnen
diversen
  1. bemin!
  2. bemint!
  3. bemind
  4. beminnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für beminnen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kärlek genegenheid; innigheid; liefde; lieveling; lieverd; schatje; snoepje; snoes
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ha kär beminnen; houden van; liefhebben
hångla beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
kärlek beminnen; minnen
älska beminnen; houden van; liefhebben

Wiktionary Übersetzungen für beminnen:

beminnen
verb
  1. amoureuze gevoelens voor iemand koesteren

Cross Translation:
FromToVia
beminnen älska love — have a strong affection for
beminnen tycka om; uppskatta; älska aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.

Computerübersetzung von Drittern: