Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. doorgehakt:
  2. doorhakken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorgehakt (Niederländisch) ins Schwedisch

doorgehakt:

doorgehakt Adjektiv

  1. doorgehakt (in tweeën gehouwen; doorkliefd; doorgehouwen)
    klyftat; klyftad; genom hackat

Übersetzung Matrix für doorgehakt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
genom hackat doorgehakt; doorgehouwen; doorkliefd; in tweeën gehouwen
klyftad doorgehakt; doorgehouwen; doorkliefd; in tweeën gehouwen
klyftat doorgehakt; doorgehouwen; doorkliefd; in tweeën gehouwen

Verwandte Wörter für "doorgehakt":

  • doorgehakte

doorhakken:

doorhakken Verb (hak door, hakt door, hakte door, hakten door, doorgehakt)

  1. doorhakken (in tweeën houwen; kloven; klieven; )
    klyva; dela
    • klyva Verb (klyvar, klyvade, klyvat)
    • dela Verb (delar, delade, delat)

Konjugationen für doorhakken:

o.t.t.
  1. hak door
  2. hakt door
  3. hakt door
  4. hakken door
  5. hakken door
  6. hakken door
o.v.t.
  1. hakte door
  2. hakte door
  3. hakte door
  4. hakten door
  5. hakten door
  6. hakten door
v.t.t.
  1. heb doorgehakt
  2. hebt doorgehakt
  3. heeft doorgehakt
  4. hebben doorgehakt
  5. hebben doorgehakt
  6. hebben doorgehakt
v.v.t.
  1. had doorgehakt
  2. had doorgehakt
  3. had doorgehakt
  4. hadden doorgehakt
  5. hadden doorgehakt
  6. hadden doorgehakt
o.t.t.t.
  1. zal doorhakken
  2. zult doorhakken
  3. zal doorhakken
  4. zullen doorhakken
  5. zullen doorhakken
  6. zullen doorhakken
o.v.t.t.
  1. zou doorhakken
  2. zou doorhakken
  3. zou doorhakken
  4. zouden doorhakken
  5. zouden doorhakken
  6. zouden doorhakken
en verder
  1. is doorgehakt
  2. zijn doorgehakt
diversen
  1. hak door!
  2. hakt door!
  3. doorgehakt
  4. doorhakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorhakken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dela splitten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dela doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven delen; kavelen; loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen; verdelen; verkavelen
klyva doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven afsplijten; afsplitsen; ergens uitscheuren; loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen; versplinteren
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dela deelachtig