Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. dreggen:
  2. dreg:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dreggen (Niederländisch) ins Schwedisch

dreggen:

dreggen Verb (dreg, dregt, dregde, dregden, gedregd)

  1. dreggen
    släpa; draga
    • släpa Verb (släper, släpte, släpt)
    • draga Verb (drar, drog, dragit)

Konjugationen für dreggen:

o.t.t.
  1. dreg
  2. dregt
  3. dregt
  4. dreggen
  5. dreggen
  6. dreggen
o.v.t.
  1. dregde
  2. dregde
  3. dregde
  4. dregden
  5. dregden
  6. dregden
v.t.t.
  1. heb gedregd
  2. hebt gedregd
  3. heeft gedregd
  4. hebben gedregd
  5. hebben gedregd
  6. hebben gedregd
v.v.t.
  1. had gedregd
  2. had gedregd
  3. had gedregd
  4. hadden gedregd
  5. hadden gedregd
  6. hadden gedregd
o.t.t.t.
  1. zal dreggen
  2. zult dreggen
  3. zal dreggen
  4. zullen dreggen
  5. zullen dreggen
  6. zullen dreggen
o.v.t.t.
  1. zou dreggen
  2. zou dreggen
  3. zou dreggen
  4. zouden dreggen
  5. zouden dreggen
  6. zouden dreggen
en verder
  1. is gedregd
  2. zijn gedregd
diversen
  1. dreg!
  2. dregt!
  3. gedregd
  4. dreggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dreggen [het ~] Nomen

  1. het dreggen

Übersetzung Matrix für dreggen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dragande dreggen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
draga dreggen lenen; ontlenen; rukken; sjouwen; sleuren; torsen; touwtrekken; trekken; worstelen; zeulen
släpa dreggen aanslepen; sjorren; sjouwen; slepen; sleuren; torsen; trekken; voorttrekken; zeulen

Verwandte Wörter für "dreggen":


dreggen form of dreg:

dreg [de ~] Nomen

  1. de dreg (dreghaak; dreganker)
    dragg; draggankare

Übersetzung Matrix für dreg:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dragg dreg; dreganker; dreghaak
draggankare dreg; dreganker; dreghaak

Verwandte Wörter für "dreg":