Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. een oorvijg geven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für een oorvijg geven (Niederländisch) ins Schwedisch

een oorvijg geven:

een oorvijg geven Verb (geef een oorvijg, geeft een oorvijg, gaf een oorvijg, gaven een oorvijg, een oorvijg gegeven)

  1. een oorvijg geven
    ge en örfil
    • ge en örfil Verb (ger en örfil, gav en örfil, givit en örfil)

Konjugationen für een oorvijg geven:

o.t.t.
  1. geef een oorvijg
  2. geeft een oorvijg
  3. geeft een oorvijg
  4. geven een oorvijg
  5. geven een oorvijg
  6. geven een oorvijg
o.v.t.
  1. gaf een oorvijg
  2. gaf een oorvijg
  3. gaf een oorvijg
  4. gaven een oorvijg
  5. gaven een oorvijg
  6. gaven een oorvijg
v.t.t.
  1. heb een oorvijg gegeven
  2. hebt een oorvijg gegeven
  3. heeft een oorvijg gegeven
  4. hebben een oorvijg gegeven
  5. hebben een oorvijg gegeven
  6. hebben een oorvijg gegeven
v.v.t.
  1. had een oorvijg gegeven
  2. had een oorvijg gegeven
  3. had een oorvijg gegeven
  4. hadden een oorvijg gegeven
  5. hadden een oorvijg gegeven
  6. hadden een oorvijg gegeven
o.t.t.t.
  1. zal een oorvijg geven
  2. zult een oorvijg geven
  3. zal een oorvijg geven
  4. zullen een oorvijg geven
  5. zullen een oorvijg geven
  6. zullen een oorvijg geven
o.v.t.t.
  1. zou een oorvijg geven
  2. zou een oorvijg geven
  3. zou een oorvijg geven
  4. zouden een oorvijg geven
  5. zouden een oorvijg geven
  6. zouden een oorvijg geven
diversen
  1. geef een oorvijg!
  2. geeft een oorvijg!
  3. een oorvijg gegeven
  4. een oorvijg gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für een oorvijg geven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ge en örfil een oorvijg geven

Verwandte Übersetzungen für een oorvijg geven