Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze gebrom

übersetze gebrom von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

gebrom:
- brådska; fläng; jäkt; surr; klagande; morrande; muttrande

Niederländisch

Detailübersetzungen für gebrom (Niederländisch) ins Schwedisch

gebrom:

gebrom [het ~] Nomen

het gebrom (geroezemoes; gemurmel)
brådska; fläng; jäkt
- brådska [-en] Nomen
- fläng Nomen
- jäkt [-ett] Nomen
het gebrom (gezoem)
surr
- surr [-ett] Nomen
het gebrom (gemopper)
klagande; morrande; muttrande
- klagande [-en] Nomen
- morrande Nomen
- muttrande Nomen

Übersetzung Matrix für gebrom:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
brådska	gebrom; gemurmel; geroezemoes	drukte; gauwigheid; gedrang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed; toeloop; toevloed
fläng	gebrom; gemurmel; geroezemoes	gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed
jäkt	gebrom; gemurmel; geroezemoes	agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust
klagande	gebrom; gemopper	beklag; gekanker; geklaag; gemekker; jammerklacht; klacht indienen; smekeling; weeklacht
morrande	gebrom; gemopper	gegrom
muttrande	gebrom; gemopper	gemompel
surr	gebrom; gezoem	koffiesurrogaat
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
brådska		ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
klagande		beklagend; brommerig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; mopperig; negatief; rouwig; treurig; verdrietig; weeklagend; zeurderig