Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. masseren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für masseren (Niederländisch) ins Schwedisch

masseren:

masseren Verb (masseer, masseert, masseerde, masseerden, gemasseerd)

  1. masseren (inmasseren)
    ge massage; massera
    • ge massage Verb (ger massage, gav massage, givit massage)
    • massera Verb (masserar, masserade, masserat)

Konjugationen für masseren:

o.t.t.
  1. masseer
  2. masseert
  3. masseert
  4. masseren
  5. masseren
  6. masseren
o.v.t.
  1. masseerde
  2. masseerde
  3. masseerde
  4. masseerden
  5. masseerden
  6. masseerden
v.t.t.
  1. heb gemasseerd
  2. hebt gemasseerd
  3. heeft gemasseerd
  4. hebben gemasseerd
  5. hebben gemasseerd
  6. hebben gemasseerd
v.v.t.
  1. had gemasseerd
  2. had gemasseerd
  3. had gemasseerd
  4. hadden gemasseerd
  5. hadden gemasseerd
  6. hadden gemasseerd
o.t.t.t.
  1. zal masseren
  2. zult masseren
  3. zal masseren
  4. zullen masseren
  5. zullen masseren
  6. zullen masseren
o.v.t.t.
  1. zou masseren
  2. zou masseren
  3. zou masseren
  4. zouden masseren
  5. zouden masseren
  6. zouden masseren
en verder
  1. ben gemasseerd
  2. bent gemasseerd
  3. is gemasseerd
  4. zijn gemasseerd
  5. zijn gemasseerd
  6. zijn gemasseerd
diversen
  1. masseer!
  2. masseert!
  3. gemasseerd
  4. masserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für masseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ge massage inmasseren; masseren
massera inmasseren; masseren

Wiktionary Übersetzungen für masseren:


Cross Translation:
FromToVia
masseren massera massage — to perform a massage on somebody
masseren massera masser — Pétrir avec les mains