Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. meevoeren:
  2. Wiktionary:
    • meevoeren → leda


Niederländisch

Detailübersetzungen für meevoeren (Niederländisch) ins Schwedisch

meevoeren:

meevoeren Verb (voer mee, voert mee, voerde mee, voerden mee, meegevoerd)

  1. meevoeren (leiden; begeleiden; voeren)
    leda; anföra; dirigera
    • leda Verb (ledar, ledade, ledat)
    • anföra Verb (anför, anförde, anfört)
    • dirigera Verb (dirigerar, dirigerade, dirigerat)

Konjugationen für meevoeren:

o.t.t.
  1. voer mee
  2. voert mee
  3. voert mee
  4. voeren mee
  5. voeren mee
  6. voeren mee
o.v.t.
  1. voerde mee
  2. voerde mee
  3. voerde mee
  4. voerden mee
  5. voerden mee
  6. voerden mee
v.t.t.
  1. heb meegevoerd
  2. hebt meegevoerd
  3. heeft meegevoerd
  4. hebben meegevoerd
  5. hebben meegevoerd
  6. hebben meegevoerd
v.v.t.
  1. had meegevoerd
  2. had meegevoerd
  3. had meegevoerd
  4. hadden meegevoerd
  5. hadden meegevoerd
  6. hadden meegevoerd
o.t.t.t.
  1. zal meevoeren
  2. zult meevoeren
  3. zal meevoeren
  4. zullen meevoeren
  5. zullen meevoeren
  6. zullen meevoeren
o.v.t.t.
  1. zou meevoeren
  2. zou meevoeren
  3. zou meevoeren
  4. zouden meevoeren
  5. zouden meevoeren
  6. zouden meevoeren
en verder
  1. ben meegevoerd
  2. bent meegevoerd
  3. is meegevoerd
  4. zijn meegevoerd
  5. zijn meegevoerd
  6. zijn meegevoerd
diversen
  1. voer mee!
  2. voert mee!
  3. meegevoerd
  4. meevoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für meevoeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anföra begeleiden; leiden; meevoeren; voeren aanhalen; aanvoeren; besturen; citeren; leiden; leiding geven; managen; voorzitten
dirigera begeleiden; leiden; meevoeren; voeren dirigeren; orkest dirigeren
leda begeleiden; leiden; meevoeren; voeren aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; vooraanlopen; voorlopen; vooroplopen; vooruitlopen; voorzitten

Wiktionary Übersetzungen für meevoeren:


Cross Translation:
FromToVia
meevoeren leda lead — intransitive: to guide or conduct