Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onbelast:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbelast (Niederländisch) ins Schwedisch

onbelast:

onbelast Adjektiv

  1. onbelast (netto)
    netto
  2. onbelast (onbelast inkomen; niet belast; vrij van schulden)
    skattefritt; tullfri; tullfritt

Übersetzung Matrix für onbelast:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
netto netto; onbelast netto
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
skattefritt niet belast; onbelast; onbelast inkomen; vrij van schulden belastingvrij; tolvrij; vrij van invoerrechten
tullfri niet belast; onbelast; onbelast inkomen; vrij van schulden
tullfritt niet belast; onbelast; onbelast inkomen; vrij van schulden vrij van invoerrechten

Verwandte Übersetzungen für onbelast