Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für onschuldig (Niederländisch) ins Schwedisch

onschuldig:

onschuldig Adjektiv

  1. onschuldig (schuldloos; schuldeloos)
  2. onschuldig (rein; onbevlekt; vlekkeloos)
    rent; kysk; obefläckad; obefläckat; kyskt
  3. onschuldig (ongevaarlijk; onschadelijk; gevaarloos)
    ofarlig; ofarligt; harmlöst
  4. onschuldig (maagdelijk; puur; zuiver; )
    rent; oskuldsfullt; ren; jungfrueligt; jungfruelig

Übersetzung Matrix für onschuldig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oskyldig kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid
ren rendier
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
harmlöst gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig
jungfruelig kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
jungfrueligt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
kysk onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gekuist; kuis; onbezoedeld
kyskt onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gekuist; kuis; onbezoedeld
obefläckad onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos
obefläckat onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos onbezoedeld
ofarlig gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig risicoloos
ofarligt gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig risicoloos
oförvitlig onschuldig; schuldeloos; schuldloos
oförvitligt onschuldig; schuldeloos; schuldloos
oskuldsfullt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
oskyldig onschuldig; schuldeloos; schuldloos naief; onnozel
oskyldigt onschuldig; schuldeloos; schuldloos
ren kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rent kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver deugdzaam; eerzaam; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbezoedeld; ongerept; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere

Verwandte Wörter für "onschuldig":

  • onschuldige

Wiktionary Übersetzungen für onschuldig:


Cross Translation:
FromToVia
onschuldig ofarlig; oskyldig; oskadlig innocuous — harmless

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für onschuldig