Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onvolwaardig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvolwaardig (Niederländisch) ins Schwedisch

onvolwaardig:

onvolwaardig Adjektiv

  1. onvolwaardig
    sparsamt; torftig; torftigt; frugalt; frugal

Übersetzung Matrix für onvolwaardig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
frugal onvolwaardig frugaal
frugalt onvolwaardig frugaal
sparsamt onvolwaardig economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes
torftig onvolwaardig
torftigt onvolwaardig banaal; bar; laag; onbegroeid; vuig

Verwandte Wörter für "onvolwaardig":

  • onvolwaardige